01 jan 2018 | Wet op de Basisregistratie Ondergrond (BRO) van kracht
Vanaf 1 januari 2018 geldt de Wet op de Basisregistratie Ondergrond (BRO). Om dat mogelijk te maken, is op 22 december 2017 het besluit BRO gepubliceerd in de Staatscourant.
Bestuursorganen (inclusief ZBO's) hebben vanaf 1 januari 2018 de wettelijke taak om gegevens over de ondergrond aan te leveren. De BRO werkt volgens een groeimodel. De eerste 3 van de beoogde 28 registratieobjecten zijn nu al operationeel: geotechnische sonderingsonderzoeken, grondwatermonitoringsputten en bodemkundige boormonsterprofielen. In de komende jaren komen steeds meer registratieobjecten beschikbaar.
Ook is er een Bronhoudersportaal beschikbaar gesteld om op eenduidige wijze te kunnen aanleveren.
Waarom de BRO?
De Nederlandse ondergrond wordt intensief gebruikt, o.a. voor drinkwaterwinning, ondergronds transport en delfstoffenwinning. Ook is de toestand van de ondergrond van belang bij bovengrondse activiteiten zoals stedenbouw, woningbouw en de aanleg van infrastructuur. Bovendien komen er steeds meer gebruiks-mogelijkheden van de ondergrond bij, zoals de winning van aardwarmte, de opslag van CO2 en warmte- en koudeopslag.
Om goed onderbouwde beleidskeuzes te kunnen maken over het gebruik van de ondergrond, heeft de overheid de juiste gegevens nodig. Daar gaat de BRO voor zorgen.
Efficiëntere overheid
Informatie over de ondergrond is nu in beheer bij verschillende organisaties. Ook daardoor zijn de gegevens niet op dezelfde manier gedigitaliseerd, gestandaardiseerd en geharmoniseerd. De BRO brengt alle gegevens op één plek bij elkaar en stelt ze via één loket beschikbaar. Voor de integrale afweging van beleidskeuzes over gebiedsinrichting wordt het steeds belangrijker om digitale ruimtelijke informatiemodellen te kunnen gebruiken.
Dankzij de BRO kan de overheid efficiënter opereren. Informatie-uitwisseling tussen overheden verbetert, gegevens worden hergebruikt en dubbel onderzoek wordt voorkomen.
Klik hier voor het besluit.