24 mrt 2023 | Eerste Kamer stemt in met Wet digitale overheid
Op 21 maart stemde De Eerste Kamer in met twee voorstellen om de digitale overheid te versterken. Voor stemden de fracties OSF, PvdA, GroenLinks, D66, SP, Fractie-Otten, PVV, SGP, ChristenUnie, CDA en VVD. De tegenstemmen kwamen van de fracties van Fractie-Nanninga, PvdD, 50PLUS, FVD en Fractie-Frentrop. Op 29 november en 21 februari had de Kamer gedebatteerd over de twee voorstellen met D66 staatssecretaris Van Huffelen van Koninkrijksrelaties en Digitalisering.
De Wet digitale overheid is onderdeel van een reeks van wetten en regels om de overheid op verschillende niveaus verder te digitaliseren. Het kabinet is van mening dat aanpassing van de overheid aan de digitale samenleving niet alleen noodzakelijk is, maar dat het ook kansen biedt voor een betere dienstverlening. De wet is een zogeheten kaderwet; de wet regelt algemene principes, verantwoordelijkheden en procedures, maar geen gedetailleerde regels. Het voorstel bevat:
- de bevoegdheid om nader te bepalen standaarden te verplichten in de communicatie van de overheid;
- de taken en bevoegdheden met betrekking tot het stellen van regels over informatieveiligheid;
- de verantwoordelijkheden en taken voor het beheer van de voorzieningen en diensten binnen de generieke digitale overheidsinfrastructuur;
- de digitale toegang tot publieke dienstverlening voor burgers en bedrijven.
De Wet digitale overheid is op 22 juni 2021 ingediend. Aanleiding voor de nieuwe wetgeving was de door de Eerste Kamer geuite vragen en zorgen over privacybescherming. Vooral was er aandacht gevraagd voor het grote belang van de bescherming van persoonsgegevens in relatie tot de positie van (grote) private technologie ondernemingen.