23 apr 2014 | Invoering adolescentenstrafrecht vanaf april 2014

Het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht van staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Teeven werd in 2013 door de Eerste en Tweede Kamer aangenomen en is vanaf 1 april 2014 in werking getreden.

Jongeren tussen de 16 en 23 jaar die terecht staan voor een misdrijf, kunnen door de invoering van het adolescentenstrafrecht voortaan berecht worden volgens het jeugdstrafrecht of het volwassenstrafrecht. In het verleden werden jongeren onder de 18 jaar berecht via het jeugdstrafrecht en jongeren boven de 18 jaar via het volwassenstrafrecht. De rechter kon hiervan afwijken, maar dat gebeurde in de praktijk bijna nooit.

Eén van de kerndoelen van het adolescentenstrafrecht is dat rechters voortaan bij de berechting van jongeren niet alleen kijken naar hun werkelijke (kalender)leeftijd, maar ook naar hun ontwikkelingsleeftijd. Jongeren tussen de 16 en 23 jaar die een misdrijf hebben gepleegd en voor de rechter verschijnen, verschillen sterk in hun ontwikkeling. Als rechters in hun berechting en bestraffing rekening houden met deze verschillen, kunnen zij voor iedere individuele jonge verdachte een sanctie opleggen die beter past bij hun ontwikkeling.

In deze nieuwe aanpak is een belangrijke rol weggelegd voor het OM, dat in eerste instantie bepaalt of een jonge verdachte veroordeeld moet worden volgens het jeugdstrafrecht of het volwassenenstrafrecht. Uiteindelijk is het de rechter die beslist welk type strafrecht wordt toegepast. 

Om het adolescentenstrafrecht mogelijk te maken, zijn met name het Wetboek van Strafrecht en Strafvordering op een aantal punten gewijzigd. De wetswijzigingen zijn van toepassing bij adolescenten die na 1 april 2014 een strafbaar feit plegen en op dat moment al wel 16 maar nog geen 23 jaar oud zijn.


Bron: Rijksoverheid